zondag 21 maart 2010

oost west, thuis best


We zitten weer gezond en wel in ons eigen huis. Ik heb zojuist de kinderen even met de auto naar het station gebracht. Het voelt tegelijk vreemd en toch heel vertrouwd om weer zelf (aan de rechterkant van de weg) te rijden, en de sleutel in de voordeur van ons huis te doen.

Gisteravond zijn we na een reis van 20 uur uit Sri Lanka thuis aangekomen. Op het vliegveld in Dusseldorf stonden onze kinderen met aanhang en Corry's zus en zwager met een spandoek, bloemen en een ballon ons op te wachten. Het weerzien was hartverwarmend. Terugkomen is dan toch wel veel leuker dan weggaan. Bij thuiskomst realiseren we ons weer wat voor een ruim en comfortabel huis we wel niet hebben. Maar ook dat we dat nauwelijks gemist hebben, maar wel de mensen. Vandaag was een dag om verhalen te delen met onze kinderen. We moeten weer wennen aan het Nederlandse leven en even de tijd nemen om om te schakelen.

We hebben een goede tijd gehad in Azie. Het was ons verlangen om de mensen daar te dienen en te bemoedigen, en daar was zeker gelegenheid voor. Het was een voorrecht om met die mooie en lieve kinderen te mogen werken, en samen te kunnen werken met de gemotiveerde en bewogen mensen van Nazarene Compassionate Ministries in Bangladesh en Sri Lanka. We hebben de kinderen voor het moment zelf kunnen helpen. En wat wij gedaan hebben heeft de organisaties met wie wij gewerkt hebben ook handvatten gegeven om hun beleid op de langere termijn bij te stellen. We hopen zo ook een structurele bijdrage te hebben gegeven aan de gezondheid van deze kinderen.

Dat we een goede tijd hebben gehad kwam zeker ook door het meeleven van alle mensen en doordat we hoorden en merkten dat ons weblog door zo veel mensen werd gevolgd. We willen jullie hartelijk danken voor alle ondersteuning op allerlei manieren. En ook dat jullie met ons meegeleefd hebben door mee te lezen. Dat heeft ons erg goed gedaan.
We sluiten hiermee deze serie van weblogs af. De "abonnees" ontvangen vanaf nu niet meer de updates van onze weblog. Ons weblog blijft wel openbaar. Omdat we van plan zijn in de toekomst vaker dit soort reizen te maken, zullen we de huidige abonnees er op attent maken als het weer zo ver is. Je kan je natuurlijk ten allen tijde aan- of afmelden.

Het motto van onze kerk wereldwijd is iets wat we jullie graag toe willen wensen: CELEBRATE LIFE ! Hartelijk bedankt dat je hebt meegelezen en meegeleefd. Tot de volgende keer.

woensdag 17 maart 2010

resultaten Sri Lanka


Ook hier hebben we resultaten van onze onderzoeken op een rijtje gezet. In Sri Lanka hebben we in totaal 1330 kinderen nagekeken. Wat voor ons er uit sprong waren de slechte gebitten. 19% van de kinderen hadden een slecht gebit. En dan hebben we de gebitten met alleen maar bruine vlekken niet eens meegerekend. Wat wij telden als slechte gebitten waren de kinderen met duidelijke gaten, tot aan een vrijwel geheel beschadigd gebit aan toe. Er wordt ook veel zoetigheid gegeten. Als ouders klaagden over de slechte eetlust van hun kinderen, was er bijna steevast sprake van te veel snoepen. Een stuk educatie zou hier veel uit kunnen maken.

Wat ons ook op viel, was dat veel kinderen (en ook volwassenen) veel te weinig dronken. Vaak maar 1-2 glazen per dag. En dat bij meer dan 30 graden in de schaduw en een hoge vochtigheidsgraad, waardoor je erg gaat zweten. Hoofdpijn en verstopte darmen zagen we als de gevolgen daarvan. Ook dit is met uitleg makkelijk en goedkoop op te lossen. We hebben nog gezocht naar oorzaken voor het slechte drinken, bijvoorbeeld slechte verkrijgbaarheid van water, of gebrek aan toiletten. Maar dat bleek allemaal niet mee te spelen. Ze denken er gewoon niet aan om meer te drinken.

In vergelijking met Bangladesh was er hier meer variatie in de problemen die we vonden. De gezondheidszorg is hier (in theorie) ook beter geregeld. Dat bleek vooral doordat de kinderen die al langer klachten hadden, al een keer bij de dokter waren geweest. Om een goede vergelijking met Bangladesh te kunnen maken hebben we de slechte gebitten eventjes niet meegerekend (die zitten dus ook niet in de grafiek). Dan blijkt nog 25% van de kinderen een probleem te hebben die de hulp van een dokter vraagt (meer dan in het armere Bangladesh). Die dokter is er wel, maar mensen maken er te weinig gebruik van. Ik heb uitgebreid gesproken met een algemeen arts in een (regerings)districtsziekenhuis, de dokter die qua inzet vergelijkbaar is de huisarts in Nederland. Aan het begin van de dag staan er 400 mensen (zonder afspraak) te wachten voor een consult. Elke collega-arts moet zo'n 30 patienten per uur zien om aan het eind van de dag de wachtkamer te hebben leeg gemaakt. Met zo'n werkdruk is er weinig tijd voor uitleg en educatie. En met zo'n wachtrij is het logisch dat mensen een bezoek aan de dokter zo lang mogelijk uitstellen. In een privekliniek gaat het natuurlijk anders, maar dan moet je wel geld meebrengen.

We zijn nog niet in de gelegenheid geweest om de resultaten met David, de NCM-directeur te bespreken. Dat doen we vrijdag. Morgen (donderdag) reizen we van Kandy naar Seeduwa. Onderweg gaan we nog een bekend olifantenweeshuis bezoeken. Seeduwa ligt in de buurt van Colombo, en vlak bij het vliegveld, richting huis! We vinden het fijn om weer terug te gaan en onze kinderen en andere bekenden te zien. Omdat we eerder klaar zijn met ons werk kunnen we een paar dagen eerder terug gaan: zaterdag vliegen we richting Nederland.

dinsdag 16 maart 2010

toerist in Kandy


Sinds gisteren zijn we "echt" toerist in Sri Lanka, al voelt het nog niet zo. Gisteren zijn we aangekomen in Kandy. Kandy is een van de grotere steden van Sri Lanka. Het ligt in het heuvelland en is vooral bekend om zijn meer, botanische tuinen, en een grote tempel waar een tand van Boeddha wordt bewaard. We logeren in een mooi, groot hotel. We hebben ruime kamer in een oud koloniaal gebouw. Ons balkon heeft uitzicht op de tuin van het hotel en het meer van Kandy.

Zaterdag hebben we nog kinderen onderzocht. Zonder dat we het wisten bleek dat de laatste keer te zijn. We zouden namelijk in de omgeving van Kandy ook nog kinderen zien. Zaterdagavond hoorden we dat we daarvoor geen toestemming hadden gekregen. De plaatselijke district medical officer wilde alleen toestemming geven, als wij ook medicatie zouden verstrekken. Financieel zou dat best wel te doen zijn, wij zouden het zelfs uit eigen zak kunnen betalen. Maar organisatorisch zou dat een grote verandering betekenen. Bovendien hebben wij er persoonlijk moeite mee om medicijnen te geven, ook wanneer dat eigenlijk niet nodig is. Bovendien wordt er dan van volgende dokters dan ook weer medicijnen verwacht. Dus zowel NCM als wijzelf vonden het beter om dat niet te doen. En het nakijken van de kinderen is dus niet doorgegaan. Dus we hebben nu onverwacht twee dagen extra, en zelfs drie als we niet naar Kandy waren gereisd. We hebben besloten om toch maar naar Kandy te reizen om hier wat uit te rusten en toeristische attracties te bekijken. Kandy ligt ook ongeveer halverwege de oostkust, waar we waren, en de westkust, waar we op het vliegtuig moeten stappen. Dus een verblijf hier knipt onze reis in tweeen.

Sri Lanka is een mooi land, als je hier toerist bent. We hebben in de afgelopen weken door verschillende delen van Sri Lanka gereisd. Ten oosten van het centrale heuvelland is het land veel vlakker. Op onze reis van Kalmunai naar Kandy hebben we veel rijstvelden gezien. De rijst is nu oogstrijp. Op veel plaatsen ligt de pas geoogste rijst te drogen op de weg, en zie je de afgesneden rijsthalmen; op andere plekken zie je de volle aren nog in de brandende zon heen en weer wuiven. Er is ook onontgonnen jungleland. Hoge en lage bomen dicht op elkaar groeiend, worden afgewisseld met laag groeiend struikgewas. In dit gebied leven ook nog wilde olifantenkuddes. Als je uit het autoraam kijkt, kan je je voorstellen dat een paar meter van de weg af zo maar een olifant verstopt kan zitten, zonder dat je dat in de gaten hebt. Tot voor enkele jaren terug zaten in deze jungle ook legers van de Tamil Tijgers verstopt. Als je dan de uitlopers van het heuvelland in rijdt zie je dat de rijstvelden in terrassen zijn gehouwen. Stuwdammen zorgen voor grote meren en prachtige uitzichten over die meren.

Het echte toeristengevoel hebben we echter nog niet te pakken. Bij het zien van de prachtige stranden aan de oostkust trekken vooral de door de tsunami verwoeste gebouwen onze aandacht. En lopend op een weg met uitzicht op de oceaan proberen we ons voor te stellen hoe beangstigend een muur van water van 15 meter hoog die op je af komt, wel niet moet zijn. Enorme Boeddhabeelden (tot wel 20 meter hoog) bij boeddhistische tempels en hindoetempels met muren vol met uitgekerfde mens-, dier- en fantasiefiguren, kunnen ons niet bekoren. Onze gedachten en ons hart zit nog te veel bij het leed dat de mensen hebben meegemaakt, de armoede waarin een groot deel van de bevolking leeft, en de verhalen van de mensen die we hebben gehoord. We herkennen dit gevoel van toen we in Nepal hadden gewerkt. Als je ergens hebt gewerkt, kijk je toch met een heel andere blik naar toeristische attracties.

Voorlopig gaan we even uitrusten. We gaan nog een evaluatie maken met de resultaten van Sri Lanka, en ons voorbereiden op onze terugkomst in Nederland. We laten ons lekker verwennen in dit hotel, laten onze indrukken bezinken en gaan onze gedachten ordenen. Eventjes met wat anders bezig zijn. Is dat niet het hart van "toerist" zijn?

donderdag 11 maart 2010

de oostkust

Woensdagmiddag ons eerste CDC aan de oostkust bezocht. Aangezien de
kinderen naar school gaan tot 14.00 uur en dan eerst naar huis gaan,
konden we pas om 15.00 uur starten. Joseph en zijn staf hebben ons
opgehaald en omdat er nog tijd genoeg was heeft hij ons eerst naar het
strand gebracht. Hetgeen we daar zagen bezorgde ons weer kippenvel:
Allerlei puin op het strand en fundamenten van wat ooit huizen en gebouwen
waren geweest. Alsof het drama van de tsunami net was gebeurd. Er is veel
herbouwd maar (gelukkig) een stuk verder van de kust af. Echter het puin
en de resten van huizen is nog niet opgeruimd. We hoorden dat het water
een kilometer het land ingegaan is. En dat er van de 12.000 inwoners van
dit stadje 3.000 omgekomen zijn, waarvan het merendeel kinderen. De
tsunami was hier 's morgens om 8 uur en velen lagen nog te slapen. Als je
naar de prachtig blauwe oceaan kijkt, de wuivende palmbomen op het strand,
het goudgele zand en je probeert je voor te stellen wat er gebeurd is, dan
moet je wel even slikken. Aan de westkust hebben we een man gesproken die
behalve zijn broer zijn hele gezin en familie verloren heeft. Hij vertelde
dat veel mensen op het moment dat het water zich terugtrok bleven kijken
van verbazing en de vissen gingen pakken die op het drooggevallen zand
lagen te spartelen. Men had geen idee dat er een grote golf zou komen.

Na ons bezoek aan het strand zijn we naar het schoolgebouw gereden dat NCM
gebouwd heeft. Langzaam druppelden de kinderen binnen en na een uur van
organiseren en installeren konden we beginnen met het nakijken van de
kinderen. Op deze school alleen Moslim kinderen. De moslims zijn een
aparte bevolkingsgroep in Sri Lanka, naast de (boeddhistische) Singalezen
en (hindoe) Tamils, en langs de oostkust vind je veel plaatsen die
volledig moslim zijn, zo ook Kalmunai. Alle moeders kwamen mee en we zaten
in een piepklein hokje. Met 1 sari was een stukje van een klaslokaal voor
inkijk afgeschermd. De NCM werkers vonden eerst dat we niet konden vragen
dat de kinderen zich gedeeltelijk uit zouden kleden. In de moslimwereld
kon dat niet. Maar die opmerking hadden we al vaker gehoord, zonder dat
die echt waar bleek te zijn. En hoe kijk je kinderen na als ze van top tot
teen gekleed zijn? En wat bleek…het was totaal geen probleem. De moeders
begonnen al aan de kleren van de kinderen te trekken als ze in de ruimte
kwamen waar wij zaten. We zijn tot 20.00 uur 's avonds achter elkaar door
bezig geweest. Tussendoor verhuisd naar een andere ruimte waar licht was,
want om 18.30 uur is het hier echt donker.

Na afloop begrepen we dat er een maaltijd voor ons en de NCM werkers
gemaakt was. Aangezien wij de laatste dagen wat maag-darm klachten hadden,
wilden we eigenlijk niet eten. Maar we gingen wel mee en werden hartelijk
ontvangen in een moslim huis waar men apart eten gemaakt had voor ons dat
niet 'too spicy' was. Dus toch wat gegeten en het smaakte ons goed.
Joseph, de NCM coördinator werkt sinds de Tsunami hier in de omgeving en
heeft een goede relatie opgebouwd met de mensen hier. Geweldig om te zien
hoe verschillen wegvallen, er respect is voor elkaar en men elkaar helpt.
Zo hoort het…
Een dag later hoorden we van Joseph dat de mensen erg 'happy'waren met de
check up van de kinderen en zelf ook een check up wilden! Gezien de agenda
is dat niet mogelijk. Maar wel fijn om te horen dat men tevreden was.

Ons tweede CDC (gisteren) was 28 km verderop en over deze afstand hebben
we een uur gedaan. De hele kustweg is slecht. Er wordt volop gewerkt aan
de weg. Door de oorlog (een jaar geleden is hier gestreden) is er veel
schade aangericht. Veel hobbels en bobbels waardoor je maar langzaam kunt
rijden. Aangezien men nu wist dat je 120 kinderen niet in een uurtje
nakijkt, en dit team nu ook wist wat er nodig is, konden we wat eerder
starten. Alle kinderen die we hier zien hebben de tsunami en de oorlog
meegemaakt. Alhoewel we niet meer kunnen doen dan lichamelijk onderzoek en
kleine problemen behandelen voelt het goed om "iets" voor hen te kunnen
betekenen.

Om 20.00 uur waren we terug in ons hotel/guesthouse en hebben we een
uurtje later buiten 'noodles' gegeten. De temperatuur was inmiddels naar
een aangename hoogte gedaald. Men is hier niet gewend aan westerse
gasten, maar de hotelstaf doet er alles aan om ons ter wille te zijn. De
menukaart is niet uitgebreid en vermeldt uiteraard vooral Sri Lankaans
eten. Men vraagt aan ons wat we willen eten. Ons ontbijt wordt helemaal
op maat voor ons gemaakt. Veel trek hebben we niet door de warmte, maar
we doen ons best om goed te blijven drinken. Door de burgeroorlog zijn
de toeristen weggebleven van de oostkust, veel hotels hebben toen ook te
lijden gehad van bomaanslagen. Hopelijk komen de toeristen nu geleidelijk
aan weer terug. De vriendelijke mensen en de prachtige stranden, de hoge
temperatuur en het relaxte levenstempo, kunnen een bezoek aan de oostkust
tot een ware vakantie maken.

dinsdag 9 maart 2010

Kalmunai

Kalmunai is een kleine stad aan de oostkust van Sri Lanka. We zijn hier gisteravond in het donker aangekomen. De reis was lang, door weer een heel ander landschap van Sri Lanka. De wegen waren redelijk, en de reis viel ons niet tegen.

Er zijn hier inderdaad nauwelijks hotels. Het hotel waar wij slapen is een soort guesthouse nivo. Een eenvoudige kamer. Wel met een eigen badkamer, in tegenstelling tot de andere 4 kamers, die de andere badkamer op deze verdieping delen. Er is zelfs een airco, die niet zo veel lijkt te doen, totdat je de kamer uitloopt: dan merk je het verschil. Dat is toch wel fijn, want het is hier snikheet. Warm water was "not available". Maar we hebben ze een beetje laten koken, zelf gemengd met koud en het over onszelf uitgegoten. Het personeel doet heel erg zijn best om ons ter wille te zijn. De koffie vanmorgen was best wel aardig.

Bij daglicht hebben we het stadje wat verkend. Corry heeft hier als blanke weer ouderwets veel bekijks. Je vindt de gebruikelijke ratjetoe van winkels. En nu ook een internetcafe. De verbinding is redelijk snel, maar het toetsenbord zo slecht dat ik mijn tekst gemiddeld 2x moet typen. Maar we zijn blij dat we wat gevonden hebben. Het is zo fijn om contact te hebben.

Er wordt hier druk gebouwd.Je ziet veel nieuwe gebouwen en gebouwen in aanbouw. Er wordt hard aan de weg gewerkt. Je ziet ook dat bepaalde bruggen, wegen of gebouwen geschonken zijn door een stad, organisatie of iets dergelijks naar aanleiding van de tsunami. NCM heeft hier 110 huizen en een school gebouwd voor tsunami slachtoffers. Nu richten ze zich op de heropbouw na de burgeroorlog.

Vanmiddag (na schooltijd, 15.00 uur onze tijd) bezoeken we weer een CDC om kinderen na te kijken. We zullen in dit gebied op 3 plaatsen kinderen onderzoeken en ook wat andere projecten van NCM bekijken. Dit internetcafe is niet zo ver van ons hotel. Dus we verwachten jullie op de hoogte te kunnen houden. Tot de volgende keer!

maandag 8 maart 2010

van west naar oost


Sri Lanka is een prachtig land als je toerist bent. De afgelopen 4 dagen hebben we doorgebracht in een mooi hotel aan het strand van Hikkaduwa aan de westkust van Sri Lanka. Op een ligbed wat lezen in de schaduw van een palmboom, wandelen over het zandstrand met je voeten in het warme water van de Indische oceaan, af en toe een verfrissende duik nemen in het heldere zwembadwater, kijken naar de zeeschildpadden die aan het grazen zijn aan de rand van het koraalrif. Hikkaduwa is ideaal als je gaat voor sun, sea en surf.

Als je er op let, zie je dat dit zonnige toeristenoord ook een ander verhaal vertelt. De tsunami van 2004 is hier hard aangekomen. Je ziet veel huizen die gedeeltelijk verwoest zijn, of alleen funderingen met een stukje muur. En ook veel graven. Er wordt veel gebouwd. Op de dag dat we aankwamen hebben we een wandeling langs het strand gemaakt, en de vloed was zich net aan het terugtrekken. In het ondiepe water langs het strand zag je resten van dakpannen en borden. We kwamen ook iets lugubers tegen: een menselijke voet. Nou is de tsunami al erg lang geleden, en misschien had die voet niks met de tsunami te maken, maar het bepaalt je wel bij de geschiedenis. Als je de plaatselijke bevolking er naar vraagt, hoor je trieste en "geluk hebben" verhalen die de mensen hebben meegemaakt. Sommigen hebben hun hele familie verloren. Anderen waren op dat moment net ergens anders. Een enorm Boeddhabeeld is staat vlak bij Hikkaduwa ter nagedachtenis aan de slachtoffers.

Intussen zijn we weer terug in Seeduwa, vlak bij Colombo, na 4 dagen lekker uitrusten in Hikkaduwa. We hebben genoten van de zon, rust en het gezelschap van onze nieuwe vrienden. We hebben lekker bijgetankt voor de lange reis van morgen. We gaan dan van hier, de westkust, naar Kalmunai aan de oostkust. Ook dat is een gebied dat is getroffen door de tsunami. Bovendien is het jarenlang oorlogsgebied geweest, tijdens de burgeroorlog tussen de Tamil tijgers en het Sri Lankaanse leger. Nazarene Compassionate Ministries bouwt daar huizen. Er zijn er nu ongeveer 180 gebouwd, voor evenveel gezinnen. NCM heeft daar ook 5 Child Development Centers in de (wijde) omgeving, die wij zullen bezoeken. Hoewel de Sri Lankaanse regering haar best doet om het land in ieder geval weer toonbaar te maken, is dat gebied nog niet rijp voor toeristen. Volgens onze contactpersoon David is er maar 1 hotel dat geschikt is voor Westerlingen. Dat hotel heeft geen warm stromend water, maar dat heb je toch niet nodig omdat het buiten zo warm is. We zijn benieuwd…

Morgenochtend maken we de reis van west naar oost. Een rit van ongeveer 8-10 uur, dwars door het heuvelland van Sri Lanka. Hoewel we wel op zien tegen de lange rit, en van de ritten vaak vermoeider zijn dan van ons medische werk, zijn we ook wel erg nieuwsgierig naar hoe het daar is, en welk verschil de aanwezigheid van NCM daar maakt. Het zou ons verbazen als we daar internetverbinding hebben. Dus misschien duurt het weer een weekje voordat we weer bloggen. Tot dan.

woensdag 3 maart 2010

het heuvelland van Sri Lanka

Het trainingscentrum in Hatton was de eerste week onze uitvalsbasis en de tweede week de plek waar de training over psychotrauma werd gehouden.

Vanuit het trainingscentrum kan je af en toe de theepluksters aan het werk zien.
Dit is toevallig een goed gevulde dame, maar de meeste theepluksters zien er mager en verweerd uit.

Ons vervoermiddel van de eerste weken, een tuk tuk. Een brommer op drie wielen met wat blik er om heen. De achterbank is voor 3 personen gemaakt, en de voorbank voor 1, de chauffeur. Maar doorgaans zaten we met zijn vieren op de achterbank, en op de voorbank konden er ook wel drie zitten.

Onze spreekkamer heeft inkijk vanuit de deur en vanuit het raam. Maar doorgaans is dat geen probleem. Af en toe worden de mensen weggestuurd. even later zijn ze weer terug. Alleen bij het bekijken van wat oudere meisjes trekt iedereen zich discreet terug.

Hoog in de bergen ligt World's end. 2 uur reizen in de tuk tuk of zelfs een busje is zwaar. Maar de uitzichten zijn af en toe schitterend.

dinsdag 2 maart 2010

een weekje rust


Op dit ogenblik logeren we in het huis van Rich en Betty Crow in Negombo, 20 km ten noorden van Colombo. Rich en Betty zijn twee hartelijke Amerikanen, die voor onze kerk werken. Rich houdt zich bezig met de gebouwen van en het bouwen door onze kerk in heel Eurazie, Betty is verantwoordelijk voor alle kerkstatistieken in dezelfde regio. We hebben elkaar ontmoet toen we tegelijk in Dhaka waren, en toen afgesproken dat we een paar dagen samen vakantie zouden vieren. Zij wonen nu twee jaar in Sri Lanka, maar hebben nog weinig van de toeristische trekpleisters gezien. En over twee weken verhuizen ze naar Hongarije. Dus zij wilden ook even toerist zijn hier in het land.

Ons visum moest deze week verlengd worden, dus wij moesten toch naar Colombo. Ook voor Rich en Betty kwam deze week goed uit. Dus wij hebben deze dagen gekozen voor een pauze. Morgen vertrekken we voor vier dagen naar Hikkaduwa, aan de zuidwest kust van Sri Lanka, en we zijn van plan van daaruit wat toeristische trekpleisters te bekijken.

We zijn blij met dit weekje rust. De laatste week hebben we als vrij zwaar ervaren. Dit kwam niet doordat het werk zo zwaar was, maar omdat we ontzettend veel gereisd hebben, en de organisatie slecht liep. Op het hoofdkantoor was gezegd dat we de hele week op 1 plek zouden slapen en vandaar uit zouden reizen. De dag na onze aankomst in de provincie Badulla, merkten we dat de lokale staf had gekozen voor twee slaapplaatsen. Na 3 dagen moesten we verhuizen. Maar in het eerste guesthouse konden we maar 2 nachten blijven, dus dat was een extra verhuizing. En de tweede plek zou ook nog veel reizen opleveren, dus ze hadden nog een derde hotel voor twee dagen geregeld. Alleen zaten die twee dagen tussen de twee dagen op tweede plek. Kan je het nog volgen? Het kwam er op neer dat we in 7 dagen 5 verschillende slaapplekken hadden. En zelfs dan hebben we nog dagelijks 1-2 uur (enkele reis) gereisd naar onze werkplek. Opeengepakt in een hobbelende tuk-tuk of wat ruimer zittend, maar nog steeds erg warm in een schuddend minibusje zonder airco. Aan het begin van de week zijn we van Hatton naar Bandarawela gereden, een rit van vijf uur, nadat we door allerlei omstandigheden al vijf uur hadden zitten wachten. En aan het eind van de week zijn we van Bandarawela naar Negombo gereden, een rit van 6.5 uur. Alles bij elkaar hebben we de afgelopen week zo'n 40 uur besteed aan reizen, 12 uur aan wachten, en ongeveer 20 uur aan het zien van kinderen (en volwassenen). De eerste helft van de week ging er organisatorisch van alles mis, en ontdekten we ook de abominabele planning die ze gemaakt hadden. Door het gebrekkige Engels van de lokale staf, lukte het niet om een "goed gesprek" te hebben. Maar ze hebben onze frustratie wel opgepikt, en de tweede helft van de week ging het gelukkig wel goed.

De tweede helft van de week hebben we onze frustratie maar laten wegvloeien en proberen te genieten van het reizen. De omgeving van Badulla en Passerelle is prachtig. Hoge heuvels zijn bedekt met afwisselend jungle en theeplantages. In de valleien zie je terrassen van rijstvelden. We zaten dicht bij een plek die World's End heet. Zo'n gevoel kon je daar ook wel krijgen.

Een tweede voordeel van onze terugkomst naar Colombo is dat we een goed gesprek konden hebben met David, de directeur van Nazarene Compassionate Ministries. Hij was erg verbaasd dat de lokale staf de afgelopen week zo had geregeld, hij had de opdracht anders gegeven. Voor volgende week staat een reis naar de oostkust gepland (8 uur reizen), en wij waren niet bereid om dat te doen, als de organisatie weer zo slecht zou zijn. David vertelde dat de staf aan de oostkust meer gewend is om met buitenlanders te werken en hij is er van overtuigd dat het beter zal gaan. We hebben concrete afspraken gemaakt en denken dat het ook wel beter zal gaan. De oostkust is een gebied dat is geteisterd door zowel de burgeroorlog als de tsunami. Het leven schijnt daar nog zwaarder te zijn dan in het centrale heuvelland. Zij kennen maar 1 hotel dat ze behoorlijk genoeg vinden om westerlingen in te stoppen. Dat hotel heeft geen warm stromend water, maar dat heb je niet nodig want het is er toch al warm… We hebben de indruk dat we wel nuttig kunnen zijn daar, en hebben besloten om de lange reis toch te gaan maken.

Gisteren hebben we ons visum verlengd. Op zich ging dat probleemloos, behalve dat we 6 verschillende loketten af moesten en alles bij elkaar zo'n 5 uur er mee bezig waren. Maar dat is normaal. De plek waar je het visum moet verlengen is bij de immigratiedienst. Je komt binnen in een wachtruimte, waar wel zo'n 200 mensen zitten te wachten, hangen of rondlopen. Aan de zijkanten zijn drie kantoortjes met glazen wanden. En aan de verre zijde een hele rij loketten voor allerlei verschillende onderdelen van het proces van visum aanvragen. Aan de muur achter die loketten hangt een grote plaquette, in dezelfde kleuren als de overige bordjes in dit officiƫle regeringsgebouw. Op die plaquette staat: The secret of success is hard work. That is why it is still a secret. (Het geheim van succes is hard werken. Daarom is het nog steeds een geheim.) Ik ben blij dat de Sri Lankanen zichzelf af en toe ook niet serieus nemen.

Vandaag hebben we een beetje uitgeslapen. We gaan onze administratie bijwerken: de diverse clinics omzetten in statistieken. En natuurlijk ons klaarmaken voor 4 dagen de toerist uithangen. De komende dagen zullen jullie niet zo veel van ons horen. We lopen dan ergens incognito rond in onze korte broek en mouwloze shirtjes bij minstens 30 graden buitentemperatuur.