dinsdag 2 maart 2010

een weekje rust


Op dit ogenblik logeren we in het huis van Rich en Betty Crow in Negombo, 20 km ten noorden van Colombo. Rich en Betty zijn twee hartelijke Amerikanen, die voor onze kerk werken. Rich houdt zich bezig met de gebouwen van en het bouwen door onze kerk in heel Eurazie, Betty is verantwoordelijk voor alle kerkstatistieken in dezelfde regio. We hebben elkaar ontmoet toen we tegelijk in Dhaka waren, en toen afgesproken dat we een paar dagen samen vakantie zouden vieren. Zij wonen nu twee jaar in Sri Lanka, maar hebben nog weinig van de toeristische trekpleisters gezien. En over twee weken verhuizen ze naar Hongarije. Dus zij wilden ook even toerist zijn hier in het land.

Ons visum moest deze week verlengd worden, dus wij moesten toch naar Colombo. Ook voor Rich en Betty kwam deze week goed uit. Dus wij hebben deze dagen gekozen voor een pauze. Morgen vertrekken we voor vier dagen naar Hikkaduwa, aan de zuidwest kust van Sri Lanka, en we zijn van plan van daaruit wat toeristische trekpleisters te bekijken.

We zijn blij met dit weekje rust. De laatste week hebben we als vrij zwaar ervaren. Dit kwam niet doordat het werk zo zwaar was, maar omdat we ontzettend veel gereisd hebben, en de organisatie slecht liep. Op het hoofdkantoor was gezegd dat we de hele week op 1 plek zouden slapen en vandaar uit zouden reizen. De dag na onze aankomst in de provincie Badulla, merkten we dat de lokale staf had gekozen voor twee slaapplaatsen. Na 3 dagen moesten we verhuizen. Maar in het eerste guesthouse konden we maar 2 nachten blijven, dus dat was een extra verhuizing. En de tweede plek zou ook nog veel reizen opleveren, dus ze hadden nog een derde hotel voor twee dagen geregeld. Alleen zaten die twee dagen tussen de twee dagen op tweede plek. Kan je het nog volgen? Het kwam er op neer dat we in 7 dagen 5 verschillende slaapplekken hadden. En zelfs dan hebben we nog dagelijks 1-2 uur (enkele reis) gereisd naar onze werkplek. Opeengepakt in een hobbelende tuk-tuk of wat ruimer zittend, maar nog steeds erg warm in een schuddend minibusje zonder airco. Aan het begin van de week zijn we van Hatton naar Bandarawela gereden, een rit van vijf uur, nadat we door allerlei omstandigheden al vijf uur hadden zitten wachten. En aan het eind van de week zijn we van Bandarawela naar Negombo gereden, een rit van 6.5 uur. Alles bij elkaar hebben we de afgelopen week zo'n 40 uur besteed aan reizen, 12 uur aan wachten, en ongeveer 20 uur aan het zien van kinderen (en volwassenen). De eerste helft van de week ging er organisatorisch van alles mis, en ontdekten we ook de abominabele planning die ze gemaakt hadden. Door het gebrekkige Engels van de lokale staf, lukte het niet om een "goed gesprek" te hebben. Maar ze hebben onze frustratie wel opgepikt, en de tweede helft van de week ging het gelukkig wel goed.

De tweede helft van de week hebben we onze frustratie maar laten wegvloeien en proberen te genieten van het reizen. De omgeving van Badulla en Passerelle is prachtig. Hoge heuvels zijn bedekt met afwisselend jungle en theeplantages. In de valleien zie je terrassen van rijstvelden. We zaten dicht bij een plek die World's End heet. Zo'n gevoel kon je daar ook wel krijgen.

Een tweede voordeel van onze terugkomst naar Colombo is dat we een goed gesprek konden hebben met David, de directeur van Nazarene Compassionate Ministries. Hij was erg verbaasd dat de lokale staf de afgelopen week zo had geregeld, hij had de opdracht anders gegeven. Voor volgende week staat een reis naar de oostkust gepland (8 uur reizen), en wij waren niet bereid om dat te doen, als de organisatie weer zo slecht zou zijn. David vertelde dat de staf aan de oostkust meer gewend is om met buitenlanders te werken en hij is er van overtuigd dat het beter zal gaan. We hebben concrete afspraken gemaakt en denken dat het ook wel beter zal gaan. De oostkust is een gebied dat is geteisterd door zowel de burgeroorlog als de tsunami. Het leven schijnt daar nog zwaarder te zijn dan in het centrale heuvelland. Zij kennen maar 1 hotel dat ze behoorlijk genoeg vinden om westerlingen in te stoppen. Dat hotel heeft geen warm stromend water, maar dat heb je niet nodig want het is er toch al warm… We hebben de indruk dat we wel nuttig kunnen zijn daar, en hebben besloten om de lange reis toch te gaan maken.

Gisteren hebben we ons visum verlengd. Op zich ging dat probleemloos, behalve dat we 6 verschillende loketten af moesten en alles bij elkaar zo'n 5 uur er mee bezig waren. Maar dat is normaal. De plek waar je het visum moet verlengen is bij de immigratiedienst. Je komt binnen in een wachtruimte, waar wel zo'n 200 mensen zitten te wachten, hangen of rondlopen. Aan de zijkanten zijn drie kantoortjes met glazen wanden. En aan de verre zijde een hele rij loketten voor allerlei verschillende onderdelen van het proces van visum aanvragen. Aan de muur achter die loketten hangt een grote plaquette, in dezelfde kleuren als de overige bordjes in dit officiƫle regeringsgebouw. Op die plaquette staat: The secret of success is hard work. That is why it is still a secret. (Het geheim van succes is hard werken. Daarom is het nog steeds een geheim.) Ik ben blij dat de Sri Lankanen zichzelf af en toe ook niet serieus nemen.

Vandaag hebben we een beetje uitgeslapen. We gaan onze administratie bijwerken: de diverse clinics omzetten in statistieken. En natuurlijk ons klaarmaken voor 4 dagen de toerist uithangen. De komende dagen zullen jullie niet zo veel van ons horen. We lopen dan ergens incognito rond in onze korte broek en mouwloze shirtjes bij minstens 30 graden buitentemperatuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten