zaterdag 29 december 2012

Het team van Changing Lives wenst u een hartverwarmend 2013

 
Hartelijk dank voor uw betrokkenheid bij Stichting Changing Lives. Mede dank zij uw bijdrage konden we in de afgelopen tijd de levens van mensen in Bangladesh veranderen door het sponsoren en/of brengen van

• 30.000 tandenborstels
• 600 educatieve posters
• medisch onderzoek en zo nodig behandeling van ruim 5000 kinderen
• training van gezondheidswerkers, leerkrachten en andere sleutelpersonen
• speeltoestellen voor een buitenschoolse opvang
• honderden wormenkuren
• honderden babymutsjes, sokken en dekens voor kinderen.

Als team van Changing Lives kijken we met voldoening en trots terug op de tijd sinds de oprichting van Stichting Changing Lives anderhalf jaar geleden. We hebben diverse effectieve projecten uitgevoerd, en achter de schermen heeft de organisatie en PR van de stichting steeds meer vorm gekregen.

De projecten zijn natuurlijk waar het om draait. Uw financiële bijdrage gaat voor 100% naar één van de projecten, tenzij u aangeeft dat het voor de onkosten van de stichting bestemd is.

Nogmaals bedankt voor uw betrokkenheid. Graag houden wij u ook het komend jaar op de hoogte van onze activiteiten.
Wij wensen u een hartverwarmend 2013.

Met hartelijke groet,
het team van Stichting Changing Lives.

woensdag 7 november 2012

Bangladesh heeft te weinig water

In 1971 werd Bangladesh na een bloedige burgeroorlog onafhankelijk. Veel ontwikkelingsorganisaties boden het straatarme Bangladesh hulp, onder andere door het boren van waterputten voor drinkwater. Tien tot vijftien jaar later zou blijken dat de Bengalen ziek worden van dit water. In Bangladesh zit namelijk van nature het giftige arsenicum in de grond. In grotere hoeveelheden is  arsenicum snel dodelijk. In kleinere hoeveelheden beschadigt arsenicum langzaam maar zeker de zenuwbanen.

In Nederland is drinkwater zo makkelijk te krijgen, dat we er zelfs onze WC mee doorspoelen. Maar wereldwijd is tekort aan drinkwater een probleem, en in ontwikkelingslanden een zeer groot probleem.

Zoals bijvoorbeeld in het zuiden van Bangladesh. Een waterleiding is er niet. Water moet je zelf ophalen. Maar waar?


Flessenwater is onbetaalbaar, behalve voor de rijkere mensen.
De meesten mensen in het zuiden van Bangladesh drinken oppervlaktewater. In het vlakke land vind je uitgegraven vijvers gevuld met water. Helaas heeft de orkaan Ayla in 2008 veel zeewater het land in geblazen. Daardoor zit er in veel van die vijvers nu halfzout, ondrinkbaar water. Die vijvers worden ook gebruikt om jezelf, je kleren en je vee in te wassen. En dat maakt het water ook ongeschikt om te drinken. Dus hebben de Bengalen afgesproken om bepaalde vijvers niet te gebruiken om te wassen. Uit die vijvers halen ze water, om te drinken en te koken.
Het beschikbare drinkwater is dus beperkt, daarom proberen de Bengalen in de regentijd water op te vangen. Sommige organisaties bouwen betonnen bassins om regenwater in te bewaren. Maar dit is nooit genoeg om de droge tijd mee door te komen.

Het weinige drinkwater dat wel beschikbaar is, is van erbarmelijke kwaliteit. Voordat vijverwater, of maandenlang opgeslagen vervuild regenwater, veilig kan worden gedronken, zou het eerst moeten worden gefilterd, gekookt en/of ontsmet. Maar ook dat is voor de meeste mensen te duur. Stel je voor dat wij water uit de sloot zouden moeten drinken, of uit een regenton waar het water al maanden in staat…  Precieze cijfers zijn niet bekend. Naar schatting overlijden wereldwijd jaarlijks 1.3 miljoen (!) kinderen door gebrek aan schoon drinkwater en hygiëne.

De beste oplossing in de arme delen van Bangladesh zijn op dit ogenblik waterpompen. Pompwater wordt tijdens zijn loop naar beneden  gefilterd door de grond. Bij het weer naar boven pompen, gaat het water door een filtersysteem in de pomp. Pompwater is daardoor relatief schoon.


Het aantal waterpompen, vooral in het zuiden van Bangladesh, is beperkt. Als je niet diep genoeg boort, is de kans groot dat je water met arsenicum oppompt. Arsenicum wordt er niet uit gefilterd. Als je te diep boort, loop je de kans om zout water aan te boren. Als je zoet water naar boven krijgt moet je dat laten testen, of het arsenicumvrij is. Dat maakt een waterpomp voor Bengaalse begrippen duur.

Water. De waarde van water besef je pas, als het er niet is.

zondag 4 november 2012

Onze eerste vrijwilligersavond

Hartverwarmend!
Dat is in één woord het gevoel dat overbleef na onze eerste vrijwilligersavond.

De zeven leden van het Changing Lives team en de veertien bezoekers zorgden voor een volle huiskamer. Verschillende mensen schetsten in hun presentaties een beeld van het werk van Stichting Changing Lives in Bangladesh. De twee uur die gepland waren, waren niet genoeg om alles te doen wat we wilden doen. Maar meer dan genoeg om de bezoekers vol te stoppen met informatie.
 
Han vertelde over het ontstaan van Stichting Changing Lives. Han en Corry startten als medische vrijwilligers met het onderzoeken van kinderen uit de allerarmste gezinnen. Ze ontdekten dat er drie hoofdproblemen zijn in de gezondheid van deze kinderen. En dat je met relatief beperkte middelen, heel veel kan doen in ontwikkelingslanden. Anderen wilden ook meehelpen. Om dat op een transparante manier mogelijk te maken, is Stichting Changing Lives opgericht. Met als speerpunten de hoofdproblemen die Han en Corry vonden.

Laurens zette voor iedereen nog even de geschiedenis en geografie van Bangladesh op een rijtje. Bangladesh werd in 1971 onafhankelijk na een bloedige strijd tussen het toenmalige West en Oost Pakistan. Voor de onafhankelijkheid moesten de mensen in Oost Pakistan Urdu spreken, de taal van West Pakistan, een land dat 1.500 kilometer verderop ligt. Oost Pakistan heeft zich na haar afscheiding Bangladesh genoemd: het land (=desh) waar Bangla wordt gesproken.
 
Corry vertelde over onze eerste ervaringen, de mensen in Bangladesh en de armoede. De mensen daar plannen nauwelijks vooruit, dus je moet flexibel zijn en kunnen improviseren. De verblijfplaatsen zijn erg basic. Het eten wordt klaargemaakt op de grond, op een houtvuurtje, zonder koelkast of andere moderne middelen. Wij zijn gelukkig nog nooit ziek geworden. De mensen zijn vriendelijk, gastvrij en zullen alles doen om het je naar de zin te maken.

Hans en Wendy Meijer gaven een beeld van wat zij in Bangladesh hebben gedaan: les geven, maar vooral ook alles daar om heen. Organiseren. Regelen. Contact maken met mensen. En zij vertelden ook hoe het is om “onder de vleugels van Han en Corry” een ontwikkelingsland te bezoeken. (Gelukkig over heerste het positieve gevoel over alle informatie, waarschuwingen en tips, die zij voor en tijdens de reis kregen.) Voor hun zelf is het een geweldige ervaring geweest. Eén waarschuwing: als je een keer mee gaat, smaakt dat naar meer!

Sioe Dian zette ons weer met beide benen op de grond. Basic is in Bangladesh echt basic. Tijdens je verblijf in Bangladesh is je geïmpregneerde klamboe de enige veilige plek, als je niet houdt van muggen, vliegen, kakkerlakken of ratten. Je moet je realiseren dat je beperkt bent in tijd en mogelijkheden, en dus invloed. De taalbarrière beperkt het contact. En dat geldt extra voor (jonge) vrouwen. In de Bengaalse cultuur zitten vrouwen vooral binnenshuis. Het zijn de mannen die contact maken, en die doen dat met mannen, en niet rechtstreeks met vrouwen.

Irina vertelde na de pauze over de plannen voor het komende jaar. Stichting Changing Lives wil in 2013 aan de slag met drinkwater. Hiervoor hebben we al informatie verzameld en contacten gelegd met andere organisaties. We zijn bezig de plannen te concretiseren.

Han en Corry gaven daarna nog praktische informatie over reizen naar en in Bangladesh. Over kleding, reispapieren, vaccinaties en kosten.

Het laatste praatje was van Irina. Zij sloot af met dat je in Nederland ook heel veel goeds kan doen voor Stichting Changing Lives. Dus als zelf naar een ontwikkelingsland gaan niet bij je past, maar je wilt wel bijdragen, dan is er meer dan genoeg te doen.

Om 22.00 uur moesten we de avond officieel afsluiten, vanwege de tijd. Sommigen hadden nog een lange terugreis voor de boeg. We hebben met sommigen korter, met anderen langer geanimeerd doorgepraat. (De laatste bezoekers gingen rond 24.00 uur naar huis.)

Het geeft veel energie om al die verschillende mensen hun kant van het verhaal te horen vertellen. Die energie gaan we gebruiken om de plannen van de volgende reis te concretiseren.  

zondag 28 oktober 2012

Bangladesh heeft te veel water

Bangladesh. Als ik praat over Bangladesh is het eerste wat mensen zeggen: dat is toch dat land waar zo veel overstromingen zijn? Dat klopt.

Bangladesh is vlak. Heel vlak. Nog vlakker dan Nederland zeg ik altijd. Nederlanders kunnen zich dat niet voorstellen. Maar het is echt zo. En als je een keer in Bangladesh geweest bent, snap je wat ik bedoel. De laagvlakte van Bangladesh mondt in het zuiden uit in zee, de Golf van Bengalen. Het overige deel van de laagvlakte wordt omringd door het Himalaya gebergte. Je kan de vorm van Bangladesh vergelijken met een kopje, waarvan aan één kant de wand ontbreekt.

In de regentijd stroomt het water uit de Himalaya het laagland van Bangladesh in. Het rivierwater uit de bergen neemt veel vruchtbare aarde mee. Daarom laten de Bengalen grote delen van het land bewust(!) onder water lopen. Het vruchtbare slib daalt dan neer op de bodem van het land, en daarop kunnen ze gewassen verbouwen. Vooral rijst. Een groot deel van Bangladesh staat dus in de regentijd bewust onder water. Om te zorgen dat de mensen toch nog over hun land kunnen lopen, hebben ze licht verhoogde (20 cm) paden door hun land lopen. De verkeerswegen voor fietsen en karren staan 1 tot 2 meter boven het land.

Maar soms gaat het mis. Als er meer regen valt in de Himalaya, komt er meer water in het laagland. Door de ontbossing in de bergen, komt het water niet geleidelijk, maar komt alles tegelijk naar beneden. En als ook nog de wind vanuit het zuiden waait, wordt het zeewater het land in geblazen en kan het rivierwater niet weg. Als het water 20 cm hoger komt, dan zijn de landbouwgronden niet meer begaanbaar. En als het water een meter hoger komt, dan zijn de wegen ook niet meer begaanbaar.

En dan heb ik het nog niet eens over de grond die weggespoeld wordt, door het stromende rivierwater. Op de oevers van de rivieren bouwen de Bengalen toch huizen, ondanks het gevaar. Bangladesh is zo dichtbevolkt dat elk stukje land gebruikt moet worden. Als die oevers wegspoelen, spoelen ook de huizen die er op staan weg. Rivieroeverbewoners moeten soms jaarlijks overnieuw beginnen.


Er zijn geen makkelijke oplossingen voor het te veel aan water in Bangladesh. Aan de vorm van het land en de ontbossing in de bergen kunnen de Bengalen zelf niet veel doen. Ook niet aan de windrichting en de stijging van de zeespiegel.
Maar er zijn wel sprankjes van hoop. Dijken langs de riviermondingen verstevigen de rivieroevers. In de droge tijd graven ze de rivieren uit, zodat die dieper worden en meer water aan kunnen. De klei gebruiken ze om bakstenen van te maken. Ze bouwen shelters, betonnen gebouwen op palen, waarin ze de tijd dat een orkaan woedt en het land onder water staat kunnen overleven. De Bengalen leren steeds beter met het water omgaan.

De regentijd loopt op zijn eind in Bangladesh. De ongelukken die er tot nu toe zijn gebeurd komen nauwelijks in het nieuws. Zal jij wel een beetje aan ze denken?

Nieuws
Tropische stormen geselen Bangladesh
Doden regenbuien Bangladesh

dinsdag 23 oktober 2012

Deadline 2 november


"Jullie worden steeds professioneler." Onze buurvrouw volgt Changing Lives en gaf me een compliment over de ontwikkeling van onze stichting. Als voorbeeld gaf zij dat wij nu ook vrijwilligers uitnodigen om met ons mee te gaan.

Mijn reactie was dat we ook echt een professioneel team hebben. Alle medewerkers zijn weliswaar vrijwilligers. Daardoor zijn we beperkt in tijd en in de hoeveelheid werk die we kunnen verzetten. Maar inhoudelijk hebben we veel kennis in huis of bij de hand in ons persoonlijke netwerk. Het team van bestuur, directie en direct betrokkenen heeft medische, psychologische, technische, bedrijfskundige, juridische, financiële en creatieve kennis in huis.
Ik ben blij dat je dat aan de buitenkant ook merkt.

Eén gevolg van de professionaliteit van ons bestuur is dat we onszelf deadlines stellen. Eén van die deadlines is 2 november.

Onze vrijwilligersavond op 2 november nadert met rasse schreden. (Je mag je nog aanmelden!) En we zijn volop bezig met de voorbereidingen. Die mensen willen natuurlijk weten wat onze plannen zijn. Dus 2 november is een deadline om daar meer duidelijkheid over te krijgen. Verder willen we de kandidaat vrijwilligers ook informatie meegeven. Dus eigenlijk willen we dan een folder klaar hebben. En dan zijn er nog een heleboel kleine dingen die voor die tijd geregeld moeten zijn.

2 november vrijwilligersavond. 2 november deadline.
Ik ga maar gauw aan het werk.

 

zondag 12 augustus 2012

Vrijwilligersavond 2 november

Zou ik daar wat kunnen doen? Die vraag krijgen we van verschillende mensen

Corry en ik (Han) zijn heel enthousiast over het werk dat wij doen in ontwikkelingslanden. En af en toe besmetten we anderen met ons enthousiasme. Want verschillende mensen informeren bij ons naar mogelijkheden om zelf daadwerkelijk te helpen in een ontwikkelingsland.
Twee jaar geleden zaten we met zijn tweeën in Bangladesh. Vorig jaar met zijn vieren. Dit jaar met zijn zessen. Volgend jaar met ....?

We vinden het hartstikke leuk om mensen met ons mee te laten reizen. Ons verlangen is om Nederlanders te verbinden met ontwikkelingslanden. En daarvoor is waarschijnljk geen betere manier dan er persoonlijk heen te gaan. En we hebben ook ontdekt dat wij het heel erg leuk vinden om anderen in te wijden in het leven in een ontwikkelingsland. Met dank aan Hans en Wendy en Arthur en Annemarie. Met hun vragen, verbazing, leergierigheid en hun eigen interesses en achtergrond hebben zij ons geholpen om Bangladesh weer door de ogen van nieuwkomers te zien. En dank zij onze ervaring en ons netwerk kunnen wij mensen helpen om bezig te zijn in een ontwikkelingsland, zonder dat je je zorgen hoeft te maken over allerlei organisatorische dingen als vervoer, slaapplekken, eten en veiligheid.

Zou ik daar wat kunnen doen? Ja!!
Veel mensen denken dat je medisch geschoold moet zijn om wat nuttigs te kunnen doen in een ontwikkelingsland. Niets is minder waar. In ontwikkelingslanden hebben ze evenveel, misschien nog wel meer behoefte aan technici, onderwijzers, organisatoren etcetera.

Eén van de dingen die van ons het meest gewaardeerd wordt, is eenvoudigweg dat we er zijn....
Voor de mensen in Bangladesh zijn westerlingen normaliter hooggeplaatste personen, die nooit in hun dorp komen. En als ze wel komen, dan praten ze twee uur met de bobo's van een project en vertrekken dan weer. Wat voor hen bijzonder is, is dat we dagenlang blijven, met ze (proberen te) praten, eten, leven. Dat geeft ze een grotere opsteker, en meer hoop, dan het werk dat we daar doen. Daarom durven we volmondig te zeggen, dat het voor iedereen mogelijk is om zinvol bezig te zijn in een ontwikkelingsland.

Toch zijn we voorzichtig met al te uitnodigend zijn, in het mensen met ons mee te nemen.Voor iedereen is er wel wat nuttigs te doen. Maar dat betekent niet dat dat altijd via Stichting Changing Lives kan. Wij stemmen onze activiteiten af op de behoefte van organisaties ter plekke. Omdat die organisaties vaak met korte termijn planning werken, gebeurt die afstemming voor westerse begrippen vaak erg laat. En mensen die mee gaan, moeten daar wel in en bij passen.

Tegelijkertijd gunnen we veel andere mensen de geweldige positieve ervaring van samenwerken met de lokale bevolking in een ontwikkelingsland. Dus we zoeken naar wegen om dat mogelijk te maken.

Daarom: Voor mensen die serieus overwegen om een keer met Stichting Changing Lives als vrijwilliger mee te gaan naar een ontwikkelingsland organiseren wij een vrijwilligersavond. Op vrijdag 2 november 2012 kan je meer horen over wat het voor jou betekent om een paar weken met Stichting Changing Lives in een ontwikkelingsland mee te werken.

Wil je graag komen op 2 november? Meld je dan aan via de website.

zondag 29 juli 2012

Mutsjes voor Bangladesh

Het Bengaalse woord voor muts spreek je uit als "toppie".

Tientallen Nederlandse dames hebben babymutsjes gebreid voor baby's in Bangladesh. Toppie, niet waar? Een enkeling heeft in haar eentje honderden mutsen gebreid. Je snapt dat we dat heel erg "toppie" vinden. Maar het allerleukste is dat Changing Lives die toppies namens al die breidames mochten uitdelen.

Mutsen? Maar Bangladesh is toch een warm land?

Ja. In Bangladesh is het 9 maanden per jaar warm tot erg warm. Maar 3 maanden per jaar is het koel, en soms zelfs koud. De mensen die ons al langer volgen weten dat wij het ons tijdens ons eerste bezoek aan Bangladesh erg koud hebben gehad. In de winter daalt de temperatuur tot 4-5 graden boven nul. Alleen als je geen verwarming hebt in de huizen, en de ramen zijn gewoon gaten waar geen glas voor zit... Dan is het binnen net zo koud als buiten. En vaak is het binnen nog kouder omdat daar het zonlicht niet komt en het binnen vochtiger is. De armere mensen slapen op een jute lap op de lemen grond. En liggen dus praktisch gesproken op de koude vloer. De zwakkere en oudere mensen hebben dan veel moeite om zichzelf op temperatuur te houden. Elke winter gaan er dan ook in Bangladesh mensen dood van de kou.

Baby's hebben veel moeite om zichzelf op temperatuur te houden. Omdat hun lichaamsoppervlak relatief groot is, verliezen zij veel warmte. Bij pasgeboren baby's werkt het regelsysteem voor de temperatuur nog heel slecht, dus zij lopen nog meer gevaar om te veel af te koelen. Daarom zijn mutsjes voor baby's die vlak voor of in de winter worden geboren geen overbodige luxe, maar pure noodzaak.

Dus hebben enkele Nederlandse dames besloten om mutsjes te breien voor baby's in Bangladesh. Die dames hebben weer andere dames enthousiast gemaakt. In plastic zakjes, manden en dozen kwamen de mutsjes aan bij Stichting Changing Lives. Allemaal van niet synthetisch materiaal, want dat is riskant in een land waar er veel open vuur in de huizen is. Dit jaar hebben wij circa 450 mutsen meegenomen en uitgedeeld.

De mutsen vonden gretig aftrek. Via de deelnemers aan onze trainingen hebben we de meeste mutsen weggegeven. En als we een baby tegen kwamen, kreeg die persoonlijk een muts. Als je wilt zien hoe dit er uitziet: je kan nog meer foto's bekijken op
Corry had meestal een paar mutsjes bij zich. Dus soms kwamen we toevallig een niets vermoedende moeder met haar baby tegen. Die werd ineens overvallen door een blanke dame, die vroeg of haar baby een jongen of een meisje was, en de baby dan een mutsje op deed.

Natuurlijk vonden de mensen het leuk om een mutsje te krijgen. Maar nog leuker vonden ze dat iemand die ze helemaal niet kenden, in een land heel ver weg, de moeite neemt om voor hen een muts te maken. En als je er over nadenkt is dat ook heel bijzonder.

Alle breisters heel hartelijk dank. Jullie zijn toppie!!

zondag 24 juni 2012

Hoe kan je Changing Lives volgen?

Kom foto's kijken op

Ingewikkeld al die nieuwe media. Waar plaats je nou welk bericht? En hoe zorg je er voor dat alle betrokkenen alle berichten krijgen? We bloggen, en we posten op facebook. Maar niet iedereen heeft facebook.

Op facebook hebben we een eigen pagina: www.facebook.com/stichtingchanginglives. Als je een facebook-account hebt, en je klikt op [vind ik leuk] op onze facebookpagina, dan krijg je op je eigen startpagina onze facebook updates. Deze zijn soms in het Engels, omdat we ook buitenlandse facebook-fans hebben. Als we een blog plaatsen, hier dus, melden we dat ook altijd op onze facebook pagina. Zo houden al onze facebook-fans bij, wat we doen.

Als facebook-fan van Stichting Changing Lives krijg je dus alle social media updates naar je toe gezonden. Als je facebook hebt, en nog geen fan bent, kan je via www.facebook.com/stichtingchanginglives fan worden en automatisch onze berichten krijgen. Overigens kunnen wij jou dan (nog) niet volgen. En je kan zelf ook posten op onze pagina.

Je kan ook een email-abonnement nemen op onze blogs. Onze blogs zijn in het Nederlands. Als je je emailadres invult aan de rechterkant van deze weblog, dan meld je je aan voor een email-abonnement. Je krijgt dan een email (in het Engels) waarmee je je abonnement kan bevestigen. Als je hebt bevestigt, krijg je voortaan onze blogs binnen via je email. Onder elk bericht dat je van ons krijgt, staat hoe je je kan afmelden voor het abonnement.

Wil je dus geen enkele blog missen. Neem dan een email-abonnement: vul je email adres in rechts boven op deze pagina.

Bij onze weblog plaatsen we af en toe foto's ter illustratie. Bij onze facebookberichten ook. Facebook is ook geschikt om fotoseries te plaatsen. Een album heet dat. Zo'n foto album kan je ook bekijken als je geen facebook account hebt. Als we een foto album plaatsen zullen we dat hier ook berichten. Met een link. Als je op die link klikt, kom je bij het fotoalbum. Ook als je geen facebook hebt, kan je zo toch onze openbare foto's bekijken.

We hopen dat we zo iedereen, wel en niet facebookers, het zo makkelijk mogelijk maken om ons te volgen.

dinsdag 12 juni 2012

Gemengde gevoelens

Langzaam maar zeker begint de mist in ons hoofd op te trekken. Een jet lag is toch wel een raar fenomeen. Het ene moment denk je dat je alles aan kan. Het volgende moment ben je elke keer dat je overeind komt, licht in je hoofd. We zijn weer terug thuis. In Houten.

Langzaam maar zeker laten we het Nederlandse leven weer op ons af komen. Met alle verantwoordelijkheden van dien. Natuurlijk alle reisspullen weer opruimen, alle kleren wassen en alles afsoppen. (We willen zeker weten dat we geen kakkerlakeieren op zolder achter de schotten opbergen.) Weer zelf boodschappen doen en koken. Naar de kapper. De tuin weer toonbaar maken. Een enorme stapel achterstallige email wegwerken.
Maar ook de genoegens van het Nederlandse leven komen weer op ons af. Normale temperaturen, een schoon bed, een lekkere douche. En vooral: ontmoetingen met familie en vrienden. Want daar ligt toch wel ons hart, bij de mensen.

Donderdag was onze laatste dag in Dhaka. Aan het eind van de werkdag werden we even uitgenodigd in de vergaderkamer. Langzaam maar zeker druppelde het voltallige personeel van het hoofdkantoor binnen. Om ons gedag te zeggen. Nathan, de directeur, waarschuwde Corry dat ze niet mocht gaan huilen. We kregen een paar ontroerende toespraakjes van verschillende mensen. Het meest opgevallen was, dat we Bangladesh hadden geaccepteerd zoals het was: de hitte, het eten, het gebrek aan hygiëne en elektriciteit. En dat we overal contact maakten met de mensen, de deelnemers, maar ook de mensen die gewoon even langs kwamen om naar “die blanke mensen” te kijken.

We moesten inderdaad even slikken toen we al die lieve woorden hoorden. Dat laatste is ook ons heel erg bijgebleven: contact maken. Het delen van het leven met de Bengalen. Doordat wij nu al voor de derde keer in Bangladesh waren, konden wij voor ons gevoel weer een laagje dieper komen in het contact met de mensen. We zijn weer een stukje minder voorbijganger geweest, en meer deelgenoot. En de mensen die we tegenkwamen, vertelden ook meer persoonlijke dingen.

We zijn weer terug. In Houten. Maar een deel van ons hart ligt nog in Bangladesh.

donderdag 7 juni 2012

Tandenborstels op de plaats van bestemming

Eigenlijk waren we liever ’s morgens vroeg naar Dhaka vertrokken. Ons verblijf in Bangladesh zit er bijna op. We zouden onze laatste week nog samen met de landelijke voorzitter van onze kerk Arthur, en zijn vrouw Annemarie meereizen. Zij zouden gisteren nog projecten bezoeken, met name een Child Development Center (CDC). En wij zouden terugreizen naar Dhaka, om morgenochtend vroeg op het vliegtuig richting Nederland te stappen.
De reis van Jessore naar Dhaka kost circa zeven uur, als alles mee zit. En aangezien wij al vrijwel alle CDCs van BNM hebben bezocht, wilden we liever vroeg vertrekken, dan nog een CDC bezoeken.

Echter Nathan, de directeur van BNM, was pas erg laat, eergisteravond, uit Dhaka gearriveerd. Met hem samen zouden wij terugreizen naar Dhaka. En hij wilde nog even gastheer zijn voor Arthur en Annemarie bij de projecten. Dus dat betekende dat wij pas na het bezoek aan de projecten, en na de lunch zouden vertrekken. En zeker niet voor donker aan zouden komen in Dhaka.

Maar BNM had wel voor een leuke verrassing voor ons in petto. BNM gunde ons het plezier om zelf de eerste van de 30.000 tandenborstels uit te delen. Daarom hadden ze geregeld dat tijdens ons bezoek aan de CDC de eerste tandenborstels, zouden worden uitgedeeld.

Heel blij waren we toen we de tandenborstels daar op tafel zagen liggen.
Elk kind dat op een CDC zit krijgt twee tandenborstels. Eén voor op school, en die blijft daar ook. En één voor thuis. En wij mochten die uitdelen. De tandenborstels die op school zouden blijven, waren gemerkt met een uniek ID-nummer van het kind. De kinderen gaan die zelf nog versieren, zodat ze ze makkelijk kunnen herkennen. Maar daar was geen tijd meer voor geweest. De tandenborstels die mee naar huis zouden gaan, hoeven niet te worden gemerkt.

Ieder kind kreeg persoonlijk een tandenborstel. Het werd een beetje een plechtige bedoening. Meer een uitreiken, dan kadootjes uitdelen. Maar wij werden er wel helemaal blij van. De eerste tandenborstels zijn op de plaats van bestemming: bij de kinderen.

dinsdag 5 juni 2012

Losmakingsproces

Gisteren is de cursus ethiek afgesloten. Na het officiële examen van de cursisten, de evaluatie en de gebruikelijke groepsfoto hebben we weer afscheid genomen van de mensen die in het trainingscentrum werken en waarmee we ons inmiddels al heel vertrouwd voelen. Voor ons vertrek nog een heel bijzonder ‘kippenvel’ moment meegemaakt: Alle aanwezigen hebben allemaal tegelijk, met heel veel passie, hardop voor ons gebeden.  Een heel lawaai, maar tegelijk ook zo ontzettend mooi!

Gisteren zei ik tegen Han dat we ons alvast een beetje ‘mentaal’ moeten gaan voorbereiden op ons vertrek uit Bangladesh. Want ja, tenslotte vertrekken we aanstaande vrijdag en moeten we daar al een beetje naar toe gaan leven. Best lastig dat losmaken. Want we voelen ons hier thuis en heel erg verbonden met de mensen, het werk van BNM en de kerk.

Maar in de afgelopen 24 uur zijn een paar dingen die gebeurd die wel hielpen in het proces van losweken: Op de terugweg uit Dephkhali hoorden we ineens een hoop gesis. En ja hoor, een lekke band. De tweede in 2 weken. Gelukkig waren we al in de stad Jessore, niet ver bij ons guesthouse vandaan. Het had geen zin om in de hitte met z’n allen te wachten tot het karwei geklaard was. En we hebben ons  met zijn zessen in een easy-bike (=soort van tuc tuc) gewrongen. We puilden er aan alle kanten uit en de snelheid was door het totale gewicht zo laag, dat alles ons inhaalde. Zelf zat ik aan de buitenkant en bungelde ik een stuk uit  de easy-bike. Voor mijn gevoel was ik mijn leven niet zeker, omdat alles vlak langs je heen raast. In elkaar gestrengeld hielden we elkaar in de easybike en haalden we heelhuids de eindstreep.

Twee uur later begon het te regenen. De regen groeide uit tot een hevige storm. Vreselijk onweer, met vreselijk veel wind en water. We lagen net in bed en het werd erger en erger. De ene donderslag volgde op de andere. De regen sloeg tegen de ruiten. En de wind gierde door de kieren in de ramen. Op een gegeven moment zei ik tegen Han dat ik me aan wilde kleden, want het voelde allemaal niet prettig. Onze kamer is op de tweede verdieping, op een hoek, dus wij vingen extra veel wind. Onze chauffeur hoorden we ook al buiten op de veranda. En toen we uit bed stapten, stapten we in een plas water. Onze kamer stond blank. Onder de deur door en door de sponningen van de ramen en langs de muren liep het water naar binnen. We waren nog net op tijd om wat dingen die op de vloer stonden, in veiligheid te brengen. Het had weinig zin om te dweilen, zolang er water op de veranda stond. Uiteindelijk zijn we toch maar weer in bed gestapt en hebben we de natte vloer gelaten voor wat het was. Even later viel de elektriciteit uit. En daarmee ook de ventilator. We wachtten op het aanslaan van de generator, maar nee dat gebeurde niet. Kortom, het werd een hele lange warme en  natte (van regenwater en zweet) nacht zonder slaap.

Vanmorgen aan het ontbijt zaten we er allemaal wat dufjes bij. Onze chauffeur had het zo heet gehad vannacht dat hij op de vloer was gaan slapen. Wij zelf hadden na het onweer de deur en alle ramen opengezet.

Vandaag zouden we projecten gaan bezoeken. We wisten nog niet welke projecten ze voor ons hadden uitgezocht. En als een plaatsnaam in Bangladesh genoemd wordt, heb je daar ook niet direct wat aan. Tja, en toen bleek dat de heenreis ruim 3 uur rijden was, over een vreselijke weg met bijna alleen kuilen en gaten. We moesten ook nog met een pont over varen. Er lagen drie veerboten, waarvan er maar 1 het deed. Ook daar dus een lange wachttijd. Gelukkig wel airco in de auto.

Kortom, na een hele barre nacht, zo’n 7 uur schokkerig rijden vandaag overdag, veel en lang wachten en met maar slechts 1 kopje koffie vandaag, bedacht ik me dat dit soort dingen wel helpen in het losmakingsproces.

Morgen vertrekken Han en ik naar Dhaka. Wat we nu nog niet weten is hoe laat. De directeur van BNM moest deze kant op, komt hier overnachten en met hem rijden we morgen terug. Echter hoe laat hij hier vanavond aankomt ( het is nu al 22.00 u) en hoe laat we morgen vertrekken …..?

Eén ding weten we wel. Morgen nemen we afscheid van Arthur en Annemarie Snijders. Zij gaan hun reis en missie hier vervolgen. En wij gaan terug voor het afronden van onze missie hier door middel van een eindpresentatie in Dhaka.

zondag 3 juni 2012

Een verrassende wending in het lesprogramma

We kwamen naar Bangladesh om les te geven. We hadden ons voorbereid op onderwerpen als hygiëne, worminfecties, handen wassen, tanden poetsen  en plannen maken. Ons publiek zouden leerkrachten en gezondheidswerkers zijn. Sta ik vandaag christelijke ethiek te doceren aan een klas theologiestudenten!

De landelijke voorzitter (DS) van onze kerk in Nederland is samen met zijn vrouw nu in Bangladesh., Arthur en Annemarie zochten een plek om hun sabbatical zinvol door te brengen. Met onze verhalen over Bangladesh hebben we ze verleid om naar Bangladesh te komen. Omdat wij mede de oorzaak zijn dat zij hier zijn, voelen we ons ook wel een beetje verantwoordelijk voor hen.

Dankzij onze eerdere bezoeken hier in Bangladesh weten we hoe het kan gaan. Allerlei kleine weetjes hoeven ze niet daardoor niet meer zelf uit te vinden: hoe ga je om met voedsel, water, DEET. Hoe groet je, spreek je je dank uit, en laat je je respect blijken.

Als bezoeker uit het buitenland zijn wij als gast gelijk zeer gerespecteerde personen. Als wij een kerkdienst bezoeken, moeten wij ons natuurlijk even voorstellen. Maar ook kan mij zo maar gevraagd worden om te preken. Als ik geluk heb,hoor ik dat van te voren. Aan het begin van de dienst is dat. Dat ik totaal geen theologische opleiding heb, valt in het niet bij dat ik een dokter uit het buitenland ben. Ik heb vast wel iets goeds door te geven. Het voordeel van zelf preken is wel is dat ik de preek, die anders in het Bengaals is, wel kan volgen.

In de zeer hiërarchie gevoelige samenleving van Bangladesh is een DS een hooggeplaatst persoon. En een DS uit het buitenland is een gast plus een hooggeplaatst persoon. En hij heeft wel een theologische opleiding. We hadden Arthur er dus op voorbereid, dat hem wel eens zo maar gevraagd zou kunnen om te preken.  En ja hoor. Gelijk op de eerste dag mocht hij in de dagopening zijn geestelijke wijsheid delen. En waar in het schema van Arthur en Annemarie de naam van de predikant die op zondag zou preken moest staan, stonden drie vraagtekens. Ze wisten nog niet wie er zou preken, maar als hij er toch was…. Misschien zou de geëerde gast en DS van Nederland wel willen preken….

Zoals gezegd voelen Corry en ik ons een beetje verantwoordelijk voor Arthur en Annemarie. Daarom hebben we ons schema zo ingesteld dat we hun eerste week samen zouden zijn. Dit is onze laatste week hier, over zes dagen komen wij al weer aan in Nederland.
Zij komen hier om les te geven. Hun eerste lesweek zou over christelijke ethiek gaan.  En de onderwerpen moesten nog een beetje onderling verdeeld worden. Eén van de onderwerpen is medische ethiek. En aangezien Han dokter is, en er toch is… Misschien zou Han wel medische ethiek willen doceren… En dus mocht ik vandaag een uurtje medische ethiek behandelen.

Arthur en Annemarie passen zich blijkbaar snel aan aan de Bengaalse cultuur. Ik geloof dat ze het best wel redden volgende week zonder ons.

woensdag 30 mei 2012

Baksheesh: aalmoes, fooi, smeergeld

Eindelijk zijn ze er.
We hadden 30.000 tandenborstels besteld in China en die waren 6 weken geleden al aangekomen in Bangladesh. Even nog wat papierwerk bij de douane, en dan zouden ze bij het hoofdkantoor van BNM in Dhaka worden afgeleverd. We hadden er geen idee van, dat dat zo lang zou duren, en zo veel energie zou kosten. Zes weken lang is onze contactpersoon bij BNM er vrijwel dagelijks mee bezig geweest om de tandenborstels ook daadwerkelijk te ontvangen.

Als eerste vertelde de douane dat de papieren niet in orde waren. De tandenborstels moesten officieel, commercieel worden ingevoerd. Dat was niet terecht. Een gift aan een hulpverleningsorganisatie (wat BNM is) hoeft niet te worden ingevoerd. Toen we na twee weken zo ver waren, dat we vanuit Stichting Changing Lives besloten om toch maar invoerrechten te betalen, was dat niet meer nodig. Maar BNM moest nog wel aantonen dat ze een hulpverleningsorganisatie is. Allerlei papieren gingen heen en weer. Onze contactpersoon moest herhaaldelijk op het douanekantoor verschijnen. En de douane verscheen ook op het kantoor van BNM.

Geleidelijk aan werd mij duidelijk, wat ze hier op het BNM kantoor waarschijnlijk al wisten, maar niet gezegd hadden. Er werd wat smeergeld verwacht. En BNM doet daar niet aan mee. Daarom verdween onze aanvraag steeds weer naar de onderkant van de stapel en kwamen ze met steeds meer aanvullende eisen.

Bangladesh is overwegend een moslimland. In de moslimcultuur (en in veel andere culturen) is het normaal als een rijker persoon zijn rijkdom deelt. Door geld weg te geven aan de armen. Zonder dat je er wat voor terug verwacht. In Nederland doen we dat via goede doelen organisaties. In Bangladesh kan je persoonlijk geven aan bedelaars. Baksheesh geven heet dat.

Als iemand voor je werkt en extra service verleent, iets doet wat buiten het gewone uit gaat, kan je er voor kiezen hem een fooi te geven. Wij merken daar in Bangladesh niet zo veel van, omdat wij zelf nauwelijks geld uitgeven. Onze uitgaven worden door BNM voorgeschoten. Maar een fooi geven schijnt in de wat duurdere restaurants wel gebruikelijk te zijn. Baksheesh geven heet dat.

De uitwas hiervan is dat mensen hun gewone werk niet meer doen, tenzij ze je wat betaalt. Ze verwachten geld voor de service die ze nog moeten gaan verlenen, en waar ze eigenlijk al voor betaald worden. In Nederland noemen we dat smeergeld betalen. Hier heet dat baksheesh geven.

Mede omdat wij zelf nauwelijks contant geld uitgeven tijdens ons verblijf in Bangladesh, hebben wij weinig gemerkt van corruptie. Corruptie schijnt wel wijd verbreid te zijn, maar verschijnt natuurlijk niet in het openbaar. Wel zie ik af en toe advertenties van de overheid met de oproep om corruptie te bestrijden.
Maar als je je realiseert, dat de Bengalen hetzelfde woord gebruiken voor aalmoes, fooi en smeergeld. En hoe zeer aalmoezen en fooien bij de cultuur horen. Dan realiseer je je pas, hoe diep corruptie in de cultuur ingeworteld moet zijn.

Na het laatste bezoek van onze contactpersoon aan het douanekantoor zijn de tandenborstels vrij gegeven. De aanhouder wint, zullen we maar zeggen. Wij voelden ons bezwaard dat we hem zo veel werk hadden bezorgd, maar hij wuifde dat weg: We hebben allemaal onze eigen taak in deze wereld, en we hebben allemaal hetzelfde doel, vond hij. We zijn blij dat we samenwerken met een organisatie die corruptie probeert tegen te gaan.

Wij vinden de veldwerkers van BNM nogal proceduregericht. Ze weten wel wat ze moeten doen, maar nauwelijks wat hun resultaten zijn. Tijdens onze trainingen probeerden we de deelnemers meer resultaatgericht te laten denken. Met als voorbeeld dat de procedure wel goed kan zijn, maar het resultaat toch niet. Nu merken we aan den lijve dat het omgekeerde ook waar kan zijn. Resultaat en procedure, beide moeten goed zijn.

vrijdag 25 mei 2012

Rust op de veranda

Corry wil graag een veranda.
Samen zittend op de veranda van het trainingscenter, kan ik me dat wel voorstellen. Op het heetst van de dag, zitten we onder het afdakje in de schaduw (toch nog 40+ graden) te genieten van de rust en het uitzicht.

Vandaag hebben we de training in Dhepkhali afgesloten. Twee en een halve dag hebben we gesproken over hygiene, handen wassen, tandverzorging, watergebruik , doelen stellen en plannen maken, en daarmee geoefend. Opnieuw hadden we een groep die enthousiast meedeed en genoot van de training en de onderlinge interactie. De deelnemers gaven deze training gemiddeld een 9.4. Daar zijn we best wel blij mee.

Omdat de meeste deelnemers flink moeten reizen om thuis te komen, zouden we deze training voor de lunch afsluiten, zodat ze na de lunch gelijk naar huis konden reizen. Het is hier gebruikelijk om de training af te sluiten met een “cultureel programma”. Diverse mensen moeten naar voren komen en dan een kleine voorstelling geven. Meestal zingen ze een lied of doen ze een dansje. Er gaan veel grappen en grollen heen en weer, die wij natuurlijk niet begrijpen, maar het enorme lachen begrijpen we wel. Ook Corry en ik moeten iets doen, en dan verzinnen we ter plekke iets. Vandaag een goocheltrucje en het poppenkraamlied. (We doen meestal “twee emmertjes water halen”, maar daar was het vandaag echt te warm voor.)
Na de lunch vertrokken de deelnemers en werd het hier heerlijk stil.
Wij hebben constant mensen om ons heen, behalve als we in bed liggen. Iedereen wil met ons praten, maar door de taalbarriere duurt dat erg lang. Ook voor de kinderen uit het dorp zijn we een bezienswaardigheid. En als de mensen niet om ons heen dralen, dan maken ze elders wel een hoop lawaai. De deuren zijn hier van staal, en open dicht doen gaat met veel lawaai gepaard. Douchen gebeurt ruim binnen gehoorsafstand, en het gespetter van de bakken met water die ze over zich heen gooien, eindigt ruim na onze bedtijd en start weer bij het eerste daglicht.  Overal draaien de ventilatoren luidruchtig, om nog een klein beetje verkoeling te geven. Tijdens de trainingen moet je extra luid praten om de ventilatoren te overstemmen. Kortom, altijd herrie.

Maar vanmiddag niet. Alle deelnemers gingen na de lunch naar huis. En degenen die hier in het trainingscentrum horen, en onze begeleiders, waren duidelijk moe van de afgelopen dagen. Daarbij was het ook het heetst van de dag, waardoor je energienivo nog wat extra daalt. Dus degenen die overgebleven waren hadden zich teruggetrokken op hun eigen plekje.
De stroom was uitgevallen. Maar de benzine voor de generator was ook op. Dus het lawaai van de generator en de ventilatoren was ook verstomd.
In de snikhete zon lieten alleen wat vogels zich horen.

Zittend op de veranda, en met een lege computeraccu, kunnen we niks anders doen dan van het uitzicht genieten. Wat een straf J. Af en toe sjokt er een geit of een koe voorbij. Of landen er wat vogels op het veldje voor ons. Het trainingcentrum heeft een waterpomp, waar relatief goed water uit komt. Dus af en toe komen er vrouwen of kinderen met een grote waterpot langs. De hete zon laat iedereen vertragen, en dat geeft een zeer onthaast, vredig tafereel.

En als je niks hoeft, dan is het op zo’n veranda best uit te houden. Toch maar verhuizen?


zondag 20 mei 2012

Huis-tuin- en keuken nieuws

Hoog tijd voor een huis tuin en keukenblogje. Met de laptop op schoot zit ik (Corry) op ons balkon in ons guesthouse in Dinajpur. Het balkon is een beetje ienieminie. Maar het is nu buiten lekkerder dan binnen, omdat er een beetje wind staat. Ik zit zo wat tussen mijn net opgehangen was van handdoeken en onderbroeken. Gewassen met Biotex (overgebleven  rest van  Wendy) en met lauwwarm water. Geen geiser of HR ketel hier. Gewoon 2 grote, zwarte watervaten op het dak, opgewarmd door pure zonne-energie. Dus eigenlijk geeft het best wel een beetje een schoon gevoel.
M’n buurvrouw die hierachter woont was ook bezig met haar was ophangen. Ik had bijna de neiging om te roepen: Hai buuf, lekker hè, dat windje voor de was. Maar ik weet niet of ze dat op prijs had gesteld en mijn Bangla is ook nog niet goed genoeg voor een gezellig buurvrouwenbabbeltje. Wij verblijven hier in een soort van stenen woonhuis en zij woont in haar krottenhuisje. Ons uitzicht is namelijk op een kleine krottenwijk.

De was voelt schoner dan m’n lijf. Door de enorme hoge temperatuur (vandaag weer 40 graden) kun je douchen wat je wilt, het helpt niets. Na 5 minuten loopt het zweet weer in straaltjes van je lijf. Gezien de muggen moet je flink smeren met DEET (en dan nog wordt je geprikt) dus dat draagt ook  niet bij aan een schoon gevoel. We douchen minimaal 2x per dag. Onze voeten krijgen vaker een beurtje. Schoenen of slippers blijven namelijk altijd buiten. Dus als je ergens binnen loopt, huis, school of kerk, dan loop je op blote voeten.
Hier in Bangladesh gelden heel andere regels over “schoon”. Of beter gezegd: er zijn geen regels of manieren om je huis schoon te houden. De meeste Bengalen hebben een piepklein huis en leven buiten. Afval wordt gewoon op straat gegooid. De Bengalen in onze buurt hebben ook zeker de neiging om alles maar neer te gooien, maar we proberen ze een beetje op te voeden. We zeggen ze dat ze hun land hierdoor vies maken, dat het niet goed is voor hun gezondheid en uiteraard proberen we zelf een goed voorbeeld te zijn. We rapen op wat zij neergooien en dan beseffen ze opeens weer: oh ja, niet doen.

We logeren op allerlei verschillende plekken en elke keer weer in een ander soort accommodatie. In Dhaka op het hoofdkantoor wel airco gehad. En ook in Nilphamary waar we logeerden in het guesthouse van de Leprosy Mission. Echter de airco niet veel gebruikt, want anders is de overgang elke keer zo groot. Verder hebben we alleen een ventilator ter verkoeling. Als de stroom het tenminste doet. Je kunt zo maar uren zonder zitten. Hoort helemaal bij het leven hier! En ja, dan is het even extra puffen. We slapen niet zo geweldig met die hitte en je merkt ook wel aan je lijf dat het extra veel energie vergt. Op tijd naar bed dus!

Hygiëne is hier duidelijk van een andere soort. Tijdens de training die we geven komen komt hygiëne regelmatig aan de orde. Ook Bacteriën en hoe die zich vermenigvuldigen, komt uitvoerig aan de orde. De Bengaalse cultuur is er een van aanraken, althans tussen mensen van hetzelfde geslacht. Bij het uitreiken van de certificaten na afloop van de trainingsdagen wordt er spontaan geknuffeld en nu wordt  er regelmatig in koor geroepen: pas op de Bacteriën! Vette pret geeft dit.

Afwassen is hier gewoon afspoelen onder de pomp. Vervolgens leg je de spullen nat neer want het droogt vanzelf. Op diverse plekken waar we logeren leggen we uit dat Bacteriën van ‘nat’ houden en zich daardoor vermenigvuldigen. Wij maken ons bord, glas of kopje altijd eerst schoon met een tissue. Niemand is hierover beledigd. Ze weten dat wij ziek kunnen worden van het gewone water. Velen maken nu echter ook eerst hun bordje en beker schoon.
Koken hoeven we hier niet. Er is iemand die ter plekke voor ons kookt of het eten komt ergens uit het dorp vandaan. Een soort van cateraar dus. Hoe de keuken er daar uitziet willen we niet eens weten. Geen gasfornuis of koelkast. Een gat in de grond waarin een vuurtje van hout. Ze zijn dan ook uren bezig met het bereiden van de maaltijden. Eén ding is zeker, het eten is supervers. De kip die om 13.00 u bij de lunch op ons bord ligt, liep om 11.00 uur nog rond op z’n 2 poten. Klinkt zielig maar voor onze gezondheid wel beter. Het is nauwelijks te begrijpen dat we met temperaturen van 40 graden en geen koelkast of vriezer en primitieve kookfaciliteiten tot nu toe geen last hebben gehad van voedselvergiftiging. Hulde aan de diverse koks dus!!!!

We eten hier 2-3x per dag warm eten. Bengalen zijn verzot op rijst. Dus bij de lunch en avondeten altijd rijst met Dhal (saus van Linzen). Ik heb aangegeven groente heel lekker te vinden en dat is er meestal volop. Allerlei groente is hier te koop. Soorten waarvan ik de naam niet weet, maar wat erg lekker is. Je eet hier overigens allerlei groentes door elkaar gehusseld. Dus niet alleen maar 1 soort. Wel 5 tot meer soorten worden er door elkaar gehusseld. Ons ontbijt is afhankelijk van de plek waar we logeren. Deze reis wat meer getoast casinobrood (gebakken in olie) met jam. Bijna altijd een gebakken eitje. Chapatti (soort pannekoekje van deeg) krijgen we ook regelmatig. Dit wordt gegeten met een mix van warme groente. Ik kan niet anders zeggen dan dat we over het eten helemaal geen klagen hebben.

Er wordt echt heel goed voor ons gezorgd. Er staat veel fruit op de tafel zoals appels, druiven en heel vaak bananen (en die zijn hier 100x lekkerder dan in Nederland). Er hangen volop Mango’s aan de bomen en ook lychees. We proberen ze rijp te kijken maar moeten nog even geduld hebben. Vandaag hebben onze medewerkers ergens rijpe mango’s kunnen kopen. Nog niet erg zoet maar het begin is er. En zo lief dat ze proberen om ze voor ons te pakken te krijgen. Onze chauffeur stopte vandaag plotseling tijdens het rijden, omdat hij een lycheeplantage zag en ging spontaan vragen of ze rijpe voor ons hadden. Over 1 week zijn ze rijp maar dan zijn wij al in het zuiden van Bangladesh. Hopelijk zijn er ook daar van die heerlijke fruitbomen.  In het hoogseizoen van de Mango’s (in juni dus) kosten ze 50 taka=50 eurocent per kilo!
De leefomstandigheden zijn hier zo anders dan in Nederland maar op de één of andere manier kunnen we ons heel goed redden hier. Natuurlijk zouden er wat minder insecten mogen zijn, kakkerlakken, ratten en ander ongedierte  en wil je ze al helemaal niet binnen in je klamboe hebben (jakkes) maar ook dat hoort erbij.

We houden van dit land en de mensen en nemen daarmee graag de ongemakken op de koop toe. Het is niet onder woorden te brengen wat het met je doet om zo direct betrokken te zijn bij het dagelijkse leven van de vele mensen hier. We zijn veel onderweg en kunnen geen genoeg krijgen van de eindeloze rijstvelden, maïsvelden, fruitbomen en de vele kleurrijke mensen hier.

We zijn net over de helft van ons verblijf hier. Dus we kunnen nog een poosje genieten en met hetgeen wij te bieden hebben de mensen hier ten dienste zijn.


vrijdag 18 mei 2012

Rangen en standen

Gisteren was ik (Han) voor het eerst beledigd door een titel die ik kreeg.

In Bangladesh is het heel normaal om een ander als familielid aan de spreken, meestal als Dada (oudere broer) of Didi (oudere zus). Die termen worden gebruikt zoals wij meneer en mevrouw gebruiken. Aangeven dat je iemand als oudere ziet, is een teken van respect.
Iemand bij zijn naam noemen wijst op een persoonlijke relatie, of dat je in positie hoger staat dan de ander. Of je noemt er een titel bij.

In Bangladesh is er duidelijk sprake van rangen en standen. Aan de onderlinge omgang kan je snel zien, wie een hogere positie heeft, en wie een lagere.
Als buitenlandse gast, oudste in leeftijd en degenen die training geven, zijn wij met afstand de hoogste in rang. Dada en Didi voldoen dan niet meer. Ons zo aanspreken zou in hun ogen een belediging zijn, omdat dat onvoldoende verschil aan geeft. Door een generatieverschil aan te geven, tonen ze extra rescpect. De meeste mensen die we tegenkomen vermijden het om ons met een titel aan te spreken. Maar sommigen hebben er wat op gevonden. Ze spreken ons aan met Sir en Ma'am of Uncle en Auntie. Corry krijgt van sommigen de titel Mother, ik ben dan Dokter Han.

Het leuke van onze rol is dat we dwars door alle rangen en standen heen kunnen walsen. Wij kunnen de districtsleider bij zijn naam aanspreken, maar kunnen ook zo maar de keuken binnenlopen en een praatje maken met de kok. We hebben door de trainingen die we geven direct persoonlijk contact met zowel regionale leiders, als met de mensen die het werk in het veld uitvoeren. En dat doen we ook. Daar genieten we van, en de mensen met wie we contact maken ook.
Vooral de mensen die onderaan in de organisatie staan stellen dit zeer op prijs, en ze zijn merkbaar erg blij met onze persoonlijke aandacht. Voor hen zijn westerlingen totaal onbekend, of hooguit mensen die een paar uur komen kijken, praten met de bobo's, en dan weer weggaan.
Maar ook de mensen hoger in de organisatie zien ons gedrag. En ook zij spreken hun waardering er voor uit. Ze vinden het bijzonder, en goed wat we doen. Op de een of andere manier zouden zij dat ook wel willen, maar zij zitten meer vast in hun eigen cultuur.

Onze vertaler spreekt ons aan met Mother en Father. Gisteren reed het dochtertje van de districtsleider (12 jaar) met ons mee in de auto. Voor haar was onze vertaler al Uncle. En dat maakte mij tot.... Grandpa.
Hoewel het verschil van twee generaties een duidelijk teken van respect liet zien, was ik (nog) niet blij met de titel Grandpa. Voor Nederlanders is het een belediging om iemand een generatie te oud te schatten, in Bangladesh is het een teken van respect. Even heb ik er nog even over nagedacht, maar toen heb ik toch maar verteld dat ik meer prijs stelde op de titel Uncle.

Ik word echt oud....

zondag 13 mei 2012

Bangladesh, tot ziens

Hallo lieve mensen,

Vandaag was voor ons (Hans en Wendy) de laatste trainingsdag. Het waren wederom goede en gezellige dagen. Fantastische lieve mensen en zo gemotiveerd. Ze hebben, net als de voorgaande groepen, met de geleerde stof van de afgelopen dagen een plan gemaakt. Die ze gaan gebruiken om het één en ander te gaan verbeteren voor zichzelf en voor de andere mensen en kinderen in hun omgeving.
Ze gaan daarnaast zelf dit ook weer aan anderen leren. Geweldig!
De training werd afgesloten met het uitdelen van de certificaten aan de deelnemers. Corry en ik, in onze Bengaalse kleding. Dat was elke keer een verrassing van ons, voor de deelnemers. Ze waarderden dat dan ook heel erg.

Tot slot een gezellige culturele afsluiting. Waarin zij en wij ons deel hadden. Zo bijzonder om dit met de Bengaalse mensen  te doen en te beleven. Je voelt je nauw verbonden met elkaar.

Het werken in het veld houdt voor Hans en mij op. Wij gaan morgen terug naar het hoofdkantoor in Dhaka en vliegen woensdag terug naar huis.

We hebben heel erg genoten van het les geven met de workshops, de contacten en de check ups van de kinderen. En natuurlijk van de mooie lieve gastvrije mensen van dit prachtige land. De mensen zijn vriendelijk en je voelt zo’n  warmte van uit deze mensen naar jou toe.
Niet alleen van de deelnemers, maar ook zeker gewoon op straat.
Door ons aandeel hier waren we heel dicht bij de mensen en hebben we mogen ervaren hoe ze leven en wat hun gewoontes zijn. Ze werken heel hard, uren lang en zwaar werk. En vaak in de brandende zon. Alles met de hand, zoals op het land, de kledingmakers, de houtbewerkers, smederij.

Diep respect voel je voor ze, als je dat mee beleeft.

Het respect naar elkaar en de gedisciplineerdheid. De gehoorzaamheid van de kinderen. Geen gehang op straat, maar na school mee werken. En als je als kind iets gezegd wordt dan luister je.
Tja, dat zie je in Nederland op straat of op de scholen in veel gevallen niet meer.

Ze leven met de dieren om zich heen, ze lopen vaak los in de dorpen en op de straten, koeien, kippen geiten, honden. De dieren worden hier gebruikt voor de melk en het vlees.
Een haan waar ik vanmorgen nog een gesprek mee had, lag een paar uurtjes daarna op tafel. Dat gaat een dierenvriend, als ik, iets te ver. Een kippetje in de koeling van de AH, heb ik een iets minder emotionele band mee, als deze die mij nu geserveerd werd. Maar dat is voor hier het leven.

Hans en ik sluiten het met een zeer warm, goed gevoel af.            
We zijn erg  van de mensen en het land gaan houden. En vinden het geweldig dat we dit met Corry en Han mochten beleven.
We wensen Corry en Han de komende weken nog veel succes met hun verdere werk.

Vanuit hier iedereen alvast bedankt voor het meeleven en de reacties.
Heel veel liefs, Hans en Wendy.






donderdag 10 mei 2012

Eet smakelijk Bangladesh


Er hangt een goudgele gloed over de groene graanvelden. De gerijpte rijst geeft een gouden kleur aan de rijstvelden. Het is oogsttijd.

Rijdend door het landschap van Bangladesh zien we heel vaak mensen bezig met de rijst oogst. Op de meeste velden staat de rijst nog, net wel of nog net niet rijp. Maar op andere plekken zie je dat de Bengalen al bezig zijn met het snijden ven de rijsthalmen. Ze binden de gesneden halmen samen in schoven. En een stapel van die schoven schuiven ze aan de uiteinden van een stevige bamboestok, waarmee de Bengalen de geoogste rijst naar “binnen” brengen. Op de velden blijven kleine stronkjes staan.


Het “binnen” is voor de Bengalen meestal een binnenplaats met een betonnen vloer. Of een glad gemaakte zandvloer in het veld. Daar worden de rijstkorrels gescheiden van de halmen. Ze spreiden de rijst uit op de betonnen vloer om te drogen. Als er veel rijst is en de laag dus dikker, dan sloffen de mannen of vrouwen er met hun blote voeten door heen om de rijst om te woelen. (Die voeten zijn overal geweest… Als je al niet gewend bent om je rijst te wassen voor het koken, weet je nu waarom dat wel nodig is.) De overgebleven halmen kunnen ze voeren aan de koeien en geiten.
De rijst wordt gepolijst om het (gezonde) zilvervliesje er af te halen en dan in grote jute zakken gedaan. Zo’n grote jute zak vol met rijst weegt 50 kilo. Die zakken zie je weer terug op de markt. Daar kan je de rijst in kleinere hoeveelheden kopen.

In Bangladesh zie je heel veel rijstvelden. Kilometer na kilometer zie je rijst groeien, zo ver als het oog reikt. Die rijstvelden moeten enorme hoeveelheden rijst opbrengen. Het is dan moeilijk om te begrijpen dat voldoende voedsel krijgen voor veel mensen in Bangladesh een probleem is. Om de monden van de 160 miljoen Bengalen  te voeden, is er echter nog meer rijst nodig dan het land zelf kan produceren. Ondanks de uitgestrekte rijstvelden, moet Bangladesh nog steeds rijst invoeren. Deze oogst is goed. Met een feestje wordt het binnenhalen van de oogst gevierd. Voor de komende tijd is er genoeg rijst op de markt.
Eet smakelijk, Bangladesh.

woensdag 9 mei 2012

Afsluiting Ghoragat


Het zweet druipt van onze armen. De elektriciteit is voor de zoveelste keer uitgevallen. Met deze temperatuur is het erg verleidelijk om een beetje weg te sukkelen. Maar de deelnemers houden zichzelf wakker. De pauzes sluiten ze af met zingen en dansen. Als je het al niet warm genoeg hebt, dan krijg je het wel op die momenten.

De warmte viel niet mee. Maar de deelnemers bleven met veel aandacht de training volgen. We hebben een goede tijd met elkaar gehad. Mede vanwege de warmte hebben we het programma wel wat ingekort, maar we hebben wel het gevoel alles besproken te hebben. Met een tevreden gevoel hebben we ook deze training afgesloten. Erg leuk was het dat de in het Bengaals vertaalde posters net waren aangekomen. En dat we die dus vandaag aan de leerkrachten mee konden geven voor gebruik op hun school. De leerkrachten en de gezondheidswerker waren erg enthousiast en erg gemotiveerd om al het geleerde toe te passen. Dat geeft ons weer energie.

Na de training zouden er nog vier kinderen op ons wachten met een gebitsprobleem. Het bleken er twintig te zijn. We hebben dus nog een klein spreekuurtje in de buitenlucht gehouden. Als beloning hebben we wel lekker watermeloen en koekjes gekregen. We genieten nu nog van een paar vrije uurtjes met een aangename lagere temperatuur en het laatste daglicht.

Jullie horen binnenkort weer meer van ons. Morgen vertrekken we naar Nilphamary. Daar hopen we een stabielere internetverbinding te hebben.

vrijdag 4 mei 2012

Onze eerste trainingsdagen

Vanmiddag hebben we moe maar voldaan, de eerste serie trainingsdagen afgesloten. Dinsdag 1 mei zijn we hier in Naogaon aangekomen. Op woensdag  startten we met ons trainingsprogramma.
Het was de eerste keer. Dus we vonden het best wel een beetje spannend hoe het allemaal zou gaan. We hadden wel een programma bedacht. Maar het is natuurlijk de vraag of dat aansluit en aanslaat bij onze doelgroep: de leerkrachten en gezondheidswerkers van de CDCs (= Child Development Centres).

In 2010 en 2011 hebben Han en ik (Corry) ongeveer 4000 kinderen nagekeken. We vonden bij 89% van de kinderen als probleem worminfecties, gezondheidsklachten door te weinig water drinken en slechte gebitten. Vaak was er ook sprake van een combi van deze problemen. Dat heeft ons geinspireerd om dit keer een training te geven over deze onderwerpen, aan de leerkrachten en gezondheidswerkers. Zij kunnen dit dan weer overbrengen aan de CDC kinderen.

Tijdens de voorbereidingen hiervoor kwamen we tot onze vreugde een al werkend hulpprogramma tegen. In de Filippijnen zijn exact dezelfde problemen gevonden, en daar hadden ze ook een programma bedacht:  op school 1x per dag de kinderen hun tanden laten poetsen, 1x per dag hun handen laten wassen en een wormenkuur 2x per jaar. Daarmee bereik je een forse vermindering van gezondheidsproblemen en van de schoolabsentie. Alles bij elkaar dus een enorme winst. Zoiets wilden we ook graag voor Bangladesh.

Wij wilden met de trainingsdagen bereiken dat de leerkrachten tijdens de training een plan zouden maken voor hun eigen CDC, om dagelijks op school tanden te poetsen, handen te wassen en het ontwikkelen van een programma voor het voorkomen en behandelen van worminfecties en diarree.

In totaal namen23 leerkrachten, 1 gezondheidswerker en 2 kaderleden deel aan de training. Twintig van hen bleven deze dagen ook hier logeren, dus het was best een hele organisatie. En dan te bedenken dat afgelopen zondag pas bekend was, wat we precies zouden gaan doen en waar! We blijven ons verbazen over hoeveel ze hier in Bangladesh in korte tijd op poten zetten. Om het nog even wat concreter te maken: op zondag kregen de cursisten te horen dat ze op woensdag hier gedurende 3 dagen verwacht werden, en dat de scholen 3 dagen niet bemand en dus gesloten zouden zijn. Dat is toch werkelijk ondenkbaar in Nederland.

We zouden zoveel kunnen vertellen over de afgelopen 3 dagen. De cursisten waren erg gemotiveerd. Ze deden mee met alle werkvormen. Luisterden aandachtig. Werkten actief in groepjes. Poetsten braaf hun tanden tijdens de tandenpoetsinstructie. Wasten hun handen uitbundig en helemaal volgens de voorschriften na de lessen over hygiene. Stonden open voor alle aangeboden informatie en kennis en werkten hard aan het maken van doelen volgens de SMART methode. Met als resultaat dat ook wij ons SMART doel bereikt hebben!

Vanmiddag was de afsluiting van de training met een culturele viering. Dat wil zeggen dat we naar toneelstukjes gekeken hebben, Bengaalse liederen gehoord hebben en er gedanst werd. Van ons werd ook een culturele bijdrage verwacht. Dus ook wij hebben gezongen en gedanst. We lachten veel tijdens het met elkaar uitvoeren van  “2 emmertje water halen”. En we hebben zelfs op Bengaalse muziek  de foxtrot gedanst! Helemaal aan het eind zijn er officieel certificaten uitgereikt aan de deelnemers van de cursus en zijn er nog tal van foto’s gemaakt waaronder natuurlijk ook een groepsfoto.

Morgen gaan we naar een CDC waar de kinderen een medische check zullen krijgen. Zondag reizen we naar de volgende trainingplek. Uiteraard gaan we kijken naar wat nog bijgesteld moet worden in het lesprogramma maar de evaluatie (deze was anoniem) leverde als resultaat een 9.2 op! Nou, daar kunnen we mee thuiskomen toch?

PS Als je meer foto’s van de training wil zien, bezoek dan www.facebook.com/stichtingchanginglives